zaterdag 18 september 2010

vaarwel blogspot

Hallo! Ik ben Den Teuling, Kay den Teuling. 15 jaar jong, blond, blauwe ogen, bodybuilder. Ik ben nogal slecht in dingen over mezelf schrijven. Nouja, ik leef een nogal normaal leven, school, vrienden, liefde. Het komt er allemaal in voor. Dit is mijn blog, en waarschijnlijk ga ik er helemaal niet zoveel mee doen.

Doeg!”

Dat waren de eerste woorden op dit weblog. Inmiddels ben ik 16 jaar oud maar nog steeds een bodybuilder. En heb ik ook meer stukjes, dit is mijn 112ste om precies te zijn. Mijn ‘blogs’ zijn in die 112 stukjes enorm verandert. En eigenlijk bevalt dat schrijven me wel. Toch komen er geen stukjes meer op deze blogspot. Letterleven, daar moet je zijn voor toekomstige stukjes van mijn vingers. Dus allemaal als de wiedeweer naar www.letterleven.nl

Vaarwel blogspot.

dinsdag 14 september 2010

Appelpop kent geen appels

Één euro voor een stoffen bandje met de tekst ‘Appelpop 2010’. De gehele rij waar ik deel aan nam wachtte erop. Langzaam kwam mijn arm dichter bij het gele apparaat in de verte. Het ging zo langzaam, dat ik niet doorhad dat ik er al bijna was.

Nadat een 65+pashouder mijn hand goed legde en een bandje eromheen deed, drukte ze een verlichte groene knop in. Er gebeurde niets. Een paar andere knoppen werden met enige voorzichtigheid ingedrukt. Nog steeds niets. De lieve 65+pashouder riep haar vriendinnen. Drie grijze hoofden keken naar het enorme gele apparaat en drukte een paar knoppen in. ‘Oeh! Hij doet het,’ riep één van de 65+pashouders. Voorzichtig tilde ik mijn arm op van het gele apparaat. Een groen bandje hing om mijn pols. Een bandje van Appelpop, het festival waar ik dit jaar voor de derde keer rondhuppelde, waar God een zonnig dagje voor inlast, waar gras binnen no time modder is, waar een EHBO’er nog gecharmeerd kan kijken naar een zoenend stel tegen een gore paal, waar je als man zijnde de toiletten een bijdrage levert aan de eindeloze gele stroom in een kale goot, waar Dikke Dennis een microfoon kopt, waar ik dans op Alphabeat alsof ik een snor heb, en waar geen appel te koop is.

Ik had het naar mijn zin, maar volgend jaar neem ik appels mee.

donderdag 9 september 2010

Health Centre

Ik strik mijn sportschoenen op een enorm comfortabel bankje in een mooie kleedkamer, achter mij staat een mooie schone douche met daarlangs een warme sauna. Ik sta op en ga samen met mijn medeleerlingen in een soort wachtruimte zitten, totdat een man met vet naar achter gekamd haar een enorme glimlach in de ruimte brengt, op de achterkant van zijn trainingspak staat Personal Trainer. Het was duidelijk, we gaan fitnessen. Op de eerste etage, tussen de moderne apparaten en moderne 65+pashouders die ook een pas hebben van dit moderne ‘Health Centre’ legt onze Personal Trainer uit hoe de moderne apparaten werken, maar eigenlijk wijst dat allemaal zichzelf. Blauwe matjes komen tevoorschijn en er wordt ons uitgelegd dat pijn fijn is en werd ons gevraagd wie er geen strakke buik wilde. Niemand stak zijn vinger op. Waardoor wel allemaal met onze rug op het matje kwamen te liggen en ik langzaam aan steeds bewuster werd van al mijn buikspieren. Daarna kwamen de apparaten, geen apparaat was me te vies of te zwaar, soms duwde of trok ik 2,5 kilo en soms 30 kilo. En wanneer alle apparaten bezet waarde drukte ik me op boven een blauw matje. Dolle pret was het.

woensdag 8 september 2010

Dag nummer één

Daar gaat hij dan. Ik stap van mij fiets en zet hem op slot. Terwijl ik mijn iPod uitzet en in mijn tas verberg zie ik E. staan bij de ingang. E. werkt op mijn school en heeft altijd een goed humeur. ‘Je straalt helemaal Kay! Heb je er zin in?’ ‘Altijd,’ antwoord ik terwijl ik een lach op mijn gezicht voel komen. Ik open de grote deur en loop naar binnen. Het is rustig in de gang en vrijwel alle haakjes zijn nog vrij, mijn zomerjack die de eerste druppels van een enorme stortbui met zich mee draagt hang ik helemaal links, zodat ik niet vergeet waar hij hangt. Daarna gooi ik mijn zwarte tas op mijn rug en loop richting het trappenhuis. 203, eerste etage. Heb ik er zin in? De zin in school is verdwenen.

vrijdag 3 september 2010

Jan Peter

Terwijl ik kranten uit mijn tas probeer te trekken zie ik hem daar ineens liggen. Met een lieve glimlach kijkt hij me aan. Ik glimlach terug. Zijn wangen zijn een beetje teveel gepoederd en het lijkt wel alsof hij lippenstift op heeft. Een groen snorretje is met een stift op zijn bovenlip getekend, maar de vermomming werkt niet.

‘Ik herken je wel met dat snorretje! Het is fijn om je weer te zien lachen, de laatste keer dat ik je zag huilde je.’ Nog steeds kijkt hij me aan met een glimlach. En ik vraag me af hoe hij dat kan. Hij ligt hier gedumpt, als een stuk oud vuil. Het liefst zou ik hem oppakken en meenemen. Dan hing ik hem op mijn kamer, gewoon om hem een warm hart te laten voelen. Maar ik doe het niet en loop er zomaar voorbij.

Jan Peter, je was zo zielig tijdens je aftreden. Maar ik mis je wel hoor, zoals je lacht op je campagneposter, die nu als grof vuil in de struiken ligt.

maandag 30 augustus 2010

Zomer en ik is niet meer

De wind slaat tegen de zijkant van mijn fiets terwijl koude regendruppels op mijn zomerjasje neerkomen. Het is donker en ik moet goed opletten dat ik niet door een paar eikels heen rijd. De goot is gevuld met gele blaadjes en opnieuw krijg ik een klap van de wind.

Het is vandaag 29 augustus. Het is uit tussen mij en de zomer. Officieel hebben we elkaar de rug toegekeerd. De regenbuien en harde rukwinden zijn me teveel geworden. Zo zonovergoten als de zomer in 2009 was, zo regenachtig was de zomer in 2010. De eikels en gele blaadjes in de goot waren de druppel. Maar ik mis de zomer nu al en het liefst zou ik de zomer terug willen.

Lieve zomer, je bent nog niet weg, maar toch mis ik je al.

woensdag 25 augustus 2010

Loempiabakker 2.0

Twee tafels, drie personen en vier stoelen. A., G. en ik wachten op friet, frikandellen, kroketten en een berenhap. Ik vind het hier wel fijn, een kale witte ruimte, met een gore oranjeachtige deur. Twee van oorsprong loempia verkopers zijn in de weer met de voor hen bekende frituurpannen. De inhoud is alleen niet standaard voor een Aziaat, friet.

Het is tegen elven en verassend rustig. Een man leest de krant en buiten staat een vrouw te roken, beiden wachten ze op hun eten. Echt Nederlands kunnen de Aziaten achter de balie niet. Berenhap en frikandel speciaal, wisten ze echter erg goed.

De nerveuze man achter de balie loopt naar ons toe, terwijl hij ongewennig een wit dienblad vasthoudt. ‘Alsjeblieft,’ zegt hij met een vriendelijke lach. Ik vind hem wel schattig, het liefst zou ik een halve frikandel aan hem geven. Hij zou vast wel honger hebben na zo’n dag ‘eten’ maken. Ik pak mijn eten van het dienblad en probeer met een plastic wit vorkje/mes een stukje van mijn frikandel af te snijden. Ik geniet. Van de gore witte muren, de Aziaten achter de balie, de vieze wc en het vette eten in het witte plastic bakje dat een beetje vervormd is door de hitte. Had ik maar een mooi casual trainingspak, dan ging ik hier iedere avond zitten. Sfeerproeven, in die heerlijke vette snacks. Terwijl ik geniet van een blikje Dr. Pepper.

Ik vind het trouwens absurd dat Word 2007 het woord 'Frikandel' niet kent, maar 'Frikadel wel'. Ook is 'Loempiabakker' niet racistisch bedoelt. Het is een koosnaampje, ik vind spleetoogjes namelijk heel schattig.